Zaterdag besloten we zeer plots dat we naar de vlindertuin in Lellydorp zouden gaan. Het plan was eerst om naar kolakreek te gaan, maar omdat het daar druk zou zijn en het regenachtig was leek ons dat geen slim plan. We stapten dus met ons 5 in de auto (zij die wakker waren hadden het plan bedacht en dat waren Katrien, Enrica en ik) en vertrokken naar Lellydorp. We vonden de vlindertuin zonder al te veel problemen en betaalde de inkom. Er waren nog een aantal mensen, dus we waren met een grote groep. Het eerste uur kregen we de tijd om het museum te bezoeken. Hier werden alle insecten die in Suriname voorkomen tentoongesteld.
Naast het museum met de insecten was er ook een tentoonstelling met schilderijen van de oprichter. Ze waren echt prachtig. Zo was er een panoramaschilderij (hieronder) van zeker 8 tot 10 meter dat helemaal rond was.
Naast het museum met de insecten was er ook een tentoonstelling met schilderijen van de oprichter. Ze waren echt prachtig. Zo was er een panoramaschilderij (hieronder) van zeker 8 tot 10 meter dat helemaal rond was.
Nadien liepen we kort door een tuin aangelegd zodat bezoekers kennis konden maken met de verschillende vlinders die daar gekweekt werden. De vlinders kwamen letterlijk op je kleren zitten. Er waren vlinders die niet groter waren dan een vinger en sommige waren dan weer even groot als een hand. Het was gewoon zo prachtig om de vlinders achter elkaar te zien vliegen of van bloem naar bloem te zien vliegen.
Wanneer het uur voorbij was riep de gids ons bij elkaar en begonnen we aan de rondleiding door de kwekerij. Eerst liepen we door een deel van een secundair tropisch regenwoud (dit is een deel van het regenwoud dat opnieuw is aangeplant). We zagen termietennesten die de grootte hadden van een autowiel en lianen. Na de wandeling kwamen we uit bij de kwekerij. In volgend stukje een korte uitleg hoe de vlinders worden gekweekt.
1) De eitjes (een honderdtal per vlinder) worden weg genomen uit de vlinderkassen en in kleinere kastjes gestoken.
2) De eitjes komen uit en zijn nu rupsen. Ze krijgen dagelijks planten als eten. Ze hebben twintig vlindersoorten en elke vlindersoort eet een andere plantensoort. De rupsen eten dagelijks 2X hun gewicht en moeten dus dagelijks nieuw eten hebben, want per kast zitten er een vijftig tal rupsen.
3) Wanneer de rupsen een cocon beginnen te vormen worden ze weggehaald en per soort in een schaaltje gelegd. Elke cocon van een andere soort ziet er anders uit. Sommige zien er uit als verdorde bladeren, anderen als vruchten en sommige zelfs als sieraden. Dit allemaal om zo weinig mogelijk op te vallen in de natuur en niet opgegeten te worden.
4) Wanneer de cocon week begint te worden leggen ze deze apart (in de droogkast), want dat is het teken dat ze gaan uitkomen. De cocon wordt aan een draadje gehangen (lijm) om de natuurlijke situatie zo goed mogelijk na te bootsen.
5) Wanneer de vlinder uit de cocon is gekomen moet hij nog een dag in de droogkast blijven. Zijn vleugels zijn namelijk nog nat en moeten eerst drogen voor de vlinder kan vliegen.
6) Zodra de vlinder kan vliegen worden ze per soort in een grotere kast gestoken waar ze in grote aantallen leven en daar opnieuw eitjes kunnen worden gelegd.
7) Elke vlinder leeft een aantal weken.
Wanneer het uur voorbij was riep de gids ons bij elkaar en begonnen we aan de rondleiding door de kwekerij. Eerst liepen we door een deel van een secundair tropisch regenwoud (dit is een deel van het regenwoud dat opnieuw is aangeplant). We zagen termietennesten die de grootte hadden van een autowiel en lianen. Na de wandeling kwamen we uit bij de kwekerij. In volgend stukje een korte uitleg hoe de vlinders worden gekweekt.
1) De eitjes (een honderdtal per vlinder) worden weg genomen uit de vlinderkassen en in kleinere kastjes gestoken.
2) De eitjes komen uit en zijn nu rupsen. Ze krijgen dagelijks planten als eten. Ze hebben twintig vlindersoorten en elke vlindersoort eet een andere plantensoort. De rupsen eten dagelijks 2X hun gewicht en moeten dus dagelijks nieuw eten hebben, want per kast zitten er een vijftig tal rupsen.
3) Wanneer de rupsen een cocon beginnen te vormen worden ze weggehaald en per soort in een schaaltje gelegd. Elke cocon van een andere soort ziet er anders uit. Sommige zien er uit als verdorde bladeren, anderen als vruchten en sommige zelfs als sieraden. Dit allemaal om zo weinig mogelijk op te vallen in de natuur en niet opgegeten te worden.
4) Wanneer de cocon week begint te worden leggen ze deze apart (in de droogkast), want dat is het teken dat ze gaan uitkomen. De cocon wordt aan een draadje gehangen (lijm) om de natuurlijke situatie zo goed mogelijk na te bootsen.
5) Wanneer de vlinder uit de cocon is gekomen moet hij nog een dag in de droogkast blijven. Zijn vleugels zijn namelijk nog nat en moeten eerst drogen voor de vlinder kan vliegen.
6) Zodra de vlinder kan vliegen worden ze per soort in een grotere kast gestoken waar ze in grote aantallen leven en daar opnieuw eitjes kunnen worden gelegd.
7) Elke vlinder leeft een aantal weken.